Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], De wens [60]des mensen is [61]zijn weldadigheid; maar [62]de arme is beter dan een [63]leugenachtig man. 60. Te weten, die gaarne rijk zou wezen, om een ieder [zo hij zegt] goed te doen, maar evenwel als hij rijk geworden is, dat niet doet. Anders: de wens des mensen zij zijne weldadigheid. 61. Dat is, rijk te zijn, om goed aan den behoeftige te doen. 62. Dat is, die niet heeft om anderen te helpen, en ook met geen ijdele beloften hem teleurstelt. 63. Te weten, die kan en belooft weldadigheid te bewijzen, doch dat metterdaad niet volbrengt.